reisje naar Bali en Gili Air (Lombok) (1)

4 april 2011 - Gili Air, Indonesië

 

Na nog enkele dagen appels en peren plukken, een zondagje vissen met boer Leon en een heel gezellige bbq met Irene en Martijn, was het tijd voor een heel nieuw avontuur dat ons best wel terug kriebels bezorgde: een reisje naar Bali en Lombok...

Vanuit Donnybrook was het zo'n dikke 200 km rijden naar Perth, waar we ongelooflijk hartelijk werden ontvangen in het huis van Annita, Russel en hun twee kindjes Asa en Chantika. We waren met hen in contact gebracht door Terry, die samen met ons de paragliding cursus gevolgd had. Het klikte meteen met Annita en Russel en onze avond was er heel gezellig. 's Anderendaags waren ze uit werken en mochten wij genieten van hun huis, ja zelfs van hun jacuzzi. Na een kleine bbq voerde Annita ons 's avonds naar de internationale luchthaven van Perth. Het was een beetje vreemd onze van bij hen achter te laten en terug met een rugzak op reis te gaan!

 

Na een vlotte vlucht en een veel te dure taxirit (midden in de nacht hadden we niet zoveel zin in zware onderhandelingen) kwamen we aan in Ubud. Maarten en Bieke waren nog wakker en het was een fijn weerzien!

 

Ubud ligt op een half uurtje rijden ten noorden van Denpasar. Het druk bezochte stadje staat bekend voor zijn cultuur: musea, tempels, schilder – en beeldhouwkunst en traditionele dansvoorstellingen. Daar moesten we toch ook eens van proeven! We kozen voor een Kecak dansvoorstelling. Best wel de moeite: een honderdtal mannen dansten zittend of staand in een cirkel rond een toren met olielampjes. De muziek bestond enkel uit hun zware bas – en tenorstemmen, hindu godenverhalen scanderend. Het dansen was vrij minimalistisch: kleine bewegingen, kleine veranderingen in lichaamshouding, maar heel synchroon. Af en toe kwamen andere dansers ten tonele: mannen met groteske maskers of prachtig geklede vrouwen die dansten met het typische, sierlijke hand – en voetwerk, en heel veel expressie in de ogen. De voorstelling werd afgesloten door een man in paardenkostuum die met zijn blote voeten brandende kokosschalen uit elkaar schopte. Het was fijn om te zien, ook al begrepen we helaas het verhaal niet.

 

92% van de Balinese bevolking is hindu. Net zoals elk huis in Thailand zijn schrijntje heeft, vind je hier overal offertafeltjes met in bananenblad geweven bakjes gevuld met bloemetjes en koekjes, gewijd met heilig water en bewierookt. De offerbakjes worden ook op straat geplaatst en op elke auto. En natuurlijk vind je overal tempels.

We bezochten de Tirta Empul tempel in Tampaksiring, 18km ten noorden van Ubud. Deze tempel staat bekend voor zijn heilige bronnen. In een groot, ommuurd bassin zie je het heilige water uit de aarde opborrelen, waarna het via kleine gootjes in een ander bassin terechtkomt: daar waar honderden gelovigen aanschuiven om zich te baden, alle gootjes één voor één afgaand.

De moontempel, er niet ver vandaan, was er eentje van ferm vergane glorie maar één restant van een ceremonieversiering was wél interessant: een decoratiestuk gemaakt uit een varkenskop en reepjes gedroogd en geschilderd varkensvet!

 

De weg van tempel tot tempel, liep door de typisch Indonesische, felgroene rijstterrassen. Prachtig! Onze taxidriver stopte aan een soort van botanische tuin, om te tonen wat voor planten er zoal in Bali worden gekweekt: papaya, passievrucht, cacao, veel verschillende kruiden als kardemom, vanille en kruidnagel, en niet te vergeten: verschillende soorten koffie, waaronder de dure Luwak-soort.

Luwaks, een soort van grote fretjes, zijn heel kieskeurig en eten enkel de beste koffieboontjes op. Hun uitwerpselen worden verzameld en de half verteerde koffieboontjes worden verwerkt tot Luwak-koffie. Heel duur maar naar het schijnt heel lekker. Maar ah, na het aanzien van die Luwakstrontjes, hadden we toch niet veel zin om zo'n kopje bruin koffiesop te proeven!

Een kopje typische 'Bali-koffie' is trouwens ook niet echt ons ding: de smaak is best oké, maar op de bodem van het kopje kan je serieus koffiedik kijken.

 

Ubud was mooi maar.. heel druk. De invasie van toeristen brengt de Indonesiërs een inkomen, maar verpest toch ook de authentieke sfeer. Er is de markt met souveniers, het ene kraampje na het andere in de straten en de opdringerige verkopers en verkoopsters zijn moeilijk van je af te slaan. We waren blij na enkele dagen (iets langer dan gepland door bankkaartproblemen) uit Ubud te kunnen vertrekken richting zee!

 

Een taxi bracht ons na een bezoekje aan een weverij en meubelmaker, naar Padanbai, waar we de ferry namen richting Lombok. Na 5 uur varen (deze 'slowboat' is de goedkoopste optie) was er terug land in zicht. Overal zagen we rookpluimen opstijgen; het land leek precies in brand te staan. Een busje bracht ons doorheen de rook naar de andere kant van Lombok. Op de meeste plaatsen was de rijstoogst net voorbij en werden de overschotten op de velden verbrand. Geen wonder dat we onderweg mondmaskers konden kopen.

 

Lombok zag er helemaal anders uit dan Bali. Terwijl Bali buiten enkele vulkanen, voornamelijk vlak is, sieren prachtige bergen met rijstvelden en jungle het landschap in Lombok. Naast het gemotoriseerde verkeer, worden pony en koets ingezet als taxi- en transportservice. Maar vooral ook de mensen zijn anders: in Lombok zijn de meeste mensen moslim in plaats van hindu. Geen tempels dus, maar moskeeën in het straatbeeld.

 

De rit naar de andere kant van Lombok duurde anderhalf uur en ik wou dat we hier en daar konden stoppen. Het voorbijglijdende landschap, aapjes inclusief, was ondanks de rook, prachtig. Maar we moesten door, want in het havendorpje Bangsai lag een volgende bootje op ons te wachten.

Bijna hadden we het gemist omdat een kerel die voor het transport zorgde (dat we van tevoren hadden geregeld en betaald) boos was omdat we van hem geen terugticket wilden kopen. We moesten dan maar zwemmen, zei hij. Gelukkig waren er aan het bootje zelf geen problemen en werden we snel overgevaren naar Gili Air, het rustigste eilandje van de drie Gili's langs Lombok.

 

Een tropisch paradijs uit de boekjes is het hier. Nu ik dit schrijf zit ik op ons bed in een bungalowtje op 100m van de prachtig blauwe zee met witte zandstranden. Seppe ligt in de hangmat buiten na te genieten van onze duik deze morgen. We genieten hier nu al vijf dagen van het zwemmen en snorkelen langs het strand, en zijn helemaal weg van het zeeleven dat hier te zien is. Het erg zoute zeewater zonder echte golven is perfect om op te drijven, terwijl je amper twee meter onder je, een massa prachtige, felgekleurde vissen ziet zwemmen in een gezond koraalrif. Hier en daar zwemmen zelfs reuzenschildpadden. Zalig om te zien hoe zo'n logge, zware, prehistorische beesten zich toch zo sierlijk met hun korte, dikke poten in het water kunnen voortbewegen, af en toe het kopje boven water stekend. En wij zwemmen heerlijk met hen mee...

 

Langs het strand staan overal bamboe-afdakjes met zeteltjes of hangmatten onder. Huisjes, boten, meubels... bijna alles wordt hier gemaakt uit bamboe. Terwijl Gili Trawangan bekend staat als het 'party-eiland', is Gili Air erg rustig en moet het drukke toerisme er nog starten. Gelukkig maar, want we komen hier voor de rust en het heerlijke ontspannen. Er is geen gemotoriseerd verkeer toegelaten op de eilandjes en in een uurtje kan je rustig Gili Air rondwandelen. Of genieten van een tochtje pony en koets...

 

Deze morgen trokken we voor het eerst sinds Thailand, terug een duik-outfit aan voor een 'deep drift dive' in Sharkpoint, een duik tot 24m diepte, waarbij we met de stroming mee zwommen. Helaas zagen we geen haaien, maar wel heel veel vis, koraal, grote schildpadden en het mooiste van al: een grote octopus die met zijn tentakels over een rots kroop en 'als een kameleon van de zee' van kleur veranderde!

In Thailand sprongen we uit een grote, ietwat verroeste boot, nu doken we vanaf een typisch Indonesische bootje: in hout gemaakt met aan beide zijden steunbaren voor het evenwicht. En toen we op de rand van het bootje moesten gaan zitten met onze duikersoutfit aan, belande ik iets sneller dan gepland in het water. Ik voelde mijn zware zuurstoffles aan me trekken, de boot kantelde even, en in slow motion zag ik Seppe en de duikgidsen uit mijn zicht verdwijnen. Eén van de gidsen probeerde me nog tegen te houden, maar daar lag ik al in het water! Van een elegante entréé in het water gesproken. Hmmmm...

Morgen gaan we opnieuw duiken, dit keer naar een gezonken schip en hopelijk met een betere entrée in het water! We zijn benieuwd!

 

Foto’s

4 Reacties

  1. mama en papa:
    4 april 2011
    Super super Sien en seppe!! Wat een mooi verhaal alweer...
    Jullie lijken nu precies in een andere wereld zitten... zo anders dan australië hé! Prachtige foto's ook... en je strandverhaal... een beetje paradijs op aarde!
    Veel plezier ginder... maar "schoon duiken" hé... jouw beschrijving van je "onelegante" duik in het water bezorgt ons toch kippevel hoor! :-) XX
  2. Lieve rijmenants:
    4 april 2011
    supertof ,weeral !!! geniet van het gezelschap en van de reis..inderdaad toch iets helemaal anders dan australië
  3. familie Coussement:
    4 april 2011
    Seppe en Sien geniet van jullie unieke reiservaring. Al héél veel verhalen gehoord over jullie reis van jullie mama Lieveke. Seppe je krijgt ook de groeten van onze Peter.
    Groetjes, Bea en Marc
  4. Dhaenens Fabienne:
    4 april 2011
    Hallo Sien en Seppe, wat een mooi verhaal ! Net een sprookje dat jullie beleven, evenwel met de nodige hindernissen. 'k Heb zojuist gans je verhaal luidop gelezen en Anneke maar luisteren !
    Geniet verder van jullie avontuur ! Wij hebben hier ook wat kunnen genieten van 't zonnetje met temperaturen van om en bij de 17 graden. Beschut uit de wind was 't zalig ! We verlangen naar een mooie zomer, maar dat wordt nog even wachten.
    Mooie foto's ! De groetjes van ons en tot een volgende mail ! Vanwege Anneke, de mama en de papa. xxx